Elisabeth Reitsma (44) is relatie- en gezinstherapeut. In haar praktijk aan de Oostergrachtswal 47 in Leeuwarden komen stellen in alle soorten en maten: het jongste is in de twintig, het oudste in de tachtig. Voor Welkom in Leeuwarden beantwoordt ze allerlei vragen van onze lezers. Deze editie staat volledig in het teken van consensuele non-monogamie.
De vraag
“Ik ben een vrouw (31) en ben twaalf jaar samen met mijn vriend (33). De laatste tijd sta ik steeds meer open voor een open relatie, maar ik weet niet goed hoe ik dit kan aankaarten bij mijn vriend. We zijn al lang samen en kregen op jonge leeftijd een relatie, waardoor ik nooit echt geëxperimenteerd heb op het gebied van seks. Nu ik ouder ben, voel ik die behoefte steeds meer, en het lijkt me leuk om deze kant van mezelf te ontdekken. Maar ik ben ook heel blij met mijn relatie, en wil die niet kwijtraken. Hoe kan ik dit het beste aankaarten bij mijn vriend?”
Het antwoord
Regelmatig krijg ik vragen zoals bovenstaande in mijn praktijk. Consensuele non-monogamie noemen we dit, een parapluterm voor verschillende relatievormen, waaronder polyamorie, open relatie en swingen. Onlangs las ik een ingezonden brief in Het Parool waarin men zich afvroeg hoe de huidige polyamoureuzen ‘straks’ terugkijken op hun leven, omdat de mensen in de jaren ’70 (lees: in de tijd van flowerpower, hippies en de vrije liefde, ‘sleutelfeestjes’) zich hier mogelijk wat op hebben verkeken.
Er bleek toch te vaak dat de een het liever wilde dan de ander, dat men zich verkeek op de jaloezie, of er ontstond een relationele ongelijkwaardigheid waar de partners moeilijk overheen konden komen. Tegelijkertijd zijn er mensen met langdurige polyrelaties die goed werken: het lukt ze om grenzen te stellen die voor iedereen goed zijn, ze kunnen (hierover) goed communiceren, ze ontwikkelen nieuwe relatievaardigheden en -technieken en kunnen op die manier duurzame, liefdevolle en bevredigende relaties onderhouden.
Gesprek aangaan
Hoe kun je hier nu het gesprek over aangaan? Hoe neem je je partner mee in dit onderwerp? Wanneer stel je dit voor? Is het een antwoord of oplossing voor ontevredenheid over je seksleven? Is het een antigif tegen sleur? Is het vreemdgaan met toestemming?
Als de andere partner niet wil, wat zijn dan de gevolgen? Betekent dit het einde van de relatie? Of kan het leiden tot een verrijking van je relatie? Gaat het over seksuele ontwikkeling? Over vrijheid in verbondenheid? Maar hoe doe je dat dan; kun je een dergelijk gesprek samen voeren, thuis op de bank, of doe je er juist goed aan om dit met een relatietherapeut te bespreken?
Mijn leertherapeut zei tegen mij: “De cliënten willen het over de woonkamer hebben en wat daar gebeurt, maar jij wil het vooral met ze hebben over de slaapkamer.” Daarmee bedoelde ze dat praten over seksualiteit voor veel mensen spannend is, beladen, soms ongemakkelijk en iets wat je liever vermijdt. Schaamte speelt hierbij een grote rol.
Het is de taak van de therapeut om een context te creëren waarin toch gesproken kan worden over dat dilemma van zwijgen of spreken. Er zijn twee vormen van seksualiteit: die van de lust en die van de verbondenheid. De seksualiteit van de lust gaat over begeerte, waar verleiding, verovering, uitdaging en verrassing aan de orde zijn. Seksualiteit van de verbondenheid streeft naar harmonie, vertrouwdheid en eenwording. Je kunt je voorstellen dat deze twee aspecten van seksualiteit in een langer durende liefdesrelatie niet makkelijk te integreren zijn
Dapper
Het is dapper dat deze vrouw de ambivalentie tussen aanvaarden en aankaarten durft te adresseren aan haar partner. De druk tot verandering zal toenemen. Maar dat zie ik als iets positiefs: als het een stel lukt om de chaos, druk of verwarring te zien als dat ze eruit willen komen en als teken van verlangen naar verandering, kan dat juist helpen. Je wil het gesprek voeren over seksualiteit; over het liefdesspel van het stel, hun gewoonten, frequentie en over de mate van verlangen en de wensen van de partners.
Spanning?
Hoe ze naar die twee aspecten van seksualiteit kijken en hoe ze die willen integreren in hun duurzame relatie. Een open relatie is een optie, maar als het de spanning is die ze mist, kunnen we ook praten over hoe je die spanning weer in je huidige liefdesrelatie terugkrijgt.
Wellicht lukt het hem om nieuwsgierig te zijn naar waar zij zo nieuwsgierig naar is en hoe ze samen die spanning kunnen opzoeken. Tegelijkertijd kan het ook zijn dat hij diezelfde spanning wil opzoeken en kunnen ze die samen exploreren. Het is niet onlogisch dat de frequentie afneemt met de duur van de relatie, de seksuele verrassing is soms ver te zoeken.
Er ontstaat een gewoonte, een ritueel gebeuren met een bekende afloop. De lust neemt meestal af en dat doet ook iets met het gevoel van verbonden zijn. Om op deze manier je seksleven nieuw leven in te blazen en nieuwe dingen uit te proberen, is dus niet vanzelfsprekend! Daar is creativiteit, moed en taal voor nodig. Er zijn verschillende denkkaders van waaruit je naar dit soort vraagstukken kunt kijken.
Erotisch verlangen
In mijn praktijk gebruik ik inzichten vanuit Emotionally Focused Therapy (EFT) en het differentiatiedenken. Bij die laatste kun je naar intimiteit kijken als manier om jezelf te kunnen én durven zijn in verbinding met de ander. Met dit denkkader steek ik in op het leren verdragen van de verschillen die er bij de partners zijn en hoe ze hiermee kunnen omgaan. Esther Perel, een bekende Belgisch-Amerikaanse relatietherapeut, schrijft over erotisch verlangen als de ‘ultieme vrijheid’.
Het gaat over de tegenstellingen: over (tijdelijk) egoïstisch durven zijn om je erotisch verbonden met elkaar te voelen. Ze noemt de metafoor van volwassen verstoppertje spelen: hoe sterker de band, hoe verder men durft te gaan. Over de tegenstelling dat liefde alles van elkaar wil weten en passie mysterie nodig heeft. Hoe hou je deze paradox goed in een duurzame relatie?
Het kan dus erg spannend zijn om te leren je eigen behoeften te leren kennen (seks is namelijk niet altijd politiek correct) en om verantwoordelijkheid te nemen voor het vervullen van die behoeften. Ze zeggen immers niet voor niks: intimiteit is niet voor watjes. Wie durft?
Heb je ook een vraag aan Elisabeth? Mail dan naar redactie@welkominleeuwarden.nl en wie weet wordt jouw vraag de volgende editie behandeld.
1 Reactie to “Relatievragen: ‘Ik sta open voor een open relatie. Hoe kaart ik dit aan bij mijn vriend?’”