Altijd in beweging: Rob Dijkstra
Rob Dijkstra is een man met zorg voor het oog, gezondheid en bovenal zijn gezin. Als eigenaar van Miedema Brilmode en Oogzorg staat hij voor kwaliteit en leert hij je zoveel mogelijk over het menselijk oog, getuige de krant Oogwenk. We hebben hem de laatste jaren veel gesproken, en dan ging het vaak over zijn vak: opticien en optometrist. Het is tijd om kennis te maken met de man achter de bril(len). Rob is altijd in beweging: hij is een echte sportman. Verder vertelt hij ons over zijn hoogte- en dieptepunten in zijn leven, zijn jeugd en natuurlijk zijn dochters.
We beginnen bij het begin. Waar ben je geboren en opgegroeid?
‘Ik ben geboren in het Bonifatius Hospitaal (later MCL Noord, red.) en toen woonden mijn ouders boven de zaak hier in de Kleine Kerkstraat. Ik was een zogenaamde rhesusbaby, dus mijn moeder moest in het ziekenhuis bevallen, maar ik heb er nooit last van gehad. Een paar jaar later zijn we verhuisd naar de Coornhertstraat, hier vlak buiten het centrum. Dat was toen een geweldig mooi huis, maar als je dat nu ziet, denk je: hoe heb je hier ooit met een gezin met drie kinderen kunnen wonen. Maar het was een mooie tijd: spelen met de buurtkinderen, één auto in de straat. Rond mijn zesde zijn we naar Veenwouden verhuisd.’
Wat was de reden van die verhuizing? Aangezien de zaak nog steeds in Leeuwarden zat.
‘Toeval. Een klant van mijn vader vertelde dat daar huizen te koop stonden. Toen is hij gaan kijken en het bleken mooie woningen te zijn. We zijn toen vrij snel verhuisd. We hebben daar een aantal jaar gewoond en dat was daar fantastisch. Het was nog de tijd dat je uit school kwam, van je moeder een stuk koek en een glas ranja kreeg, om vervolgens tot een uur of half zeven buiten te spelen. Je ouders hadden geen idee waar je uithing. Slootje springen, boompje klimmen, met de fiets over de kop slaan en doorspelen. Later verhuisden we nog naar Oude Leije. Mijn ouders hadden daar een klein boerderijtje gekocht met een stukje land eromheen. Het huisje moest wel opgeknapt worden, maar dat heeft mijn vader helemaal zelf gedaan. Van de verwarming tot de elektriciteit: hij is en was een handige man. Wat ik me nog kan herinneren is dat in die tijd er veel storingen met de centrale verwarming waren, dus zaten we regelmatig in een slaapzak tv te kijken. En in mijn beleving kon je vroeger ook iedere winter schaatsen.’
“Mijn nagels waren roze met sterretjes
en dat kreeg ik er niet vanaf…”
Hoe was je schooltijd? Was je een populaire jongen op school?
‘Op de lagere school helemaal niet. Ik was juist een timide jongen. Op de mavo en de havo werd dat beter, je werd een stuk vrijer. Ik ben op de mavo een keer blijven zitten en in de vijfde klas van de havo had ik al mijn rijbewijs. Dus dat was wel mooi. Ik kreeg hem van mijn ouders. Zij hadden gezegd: als je niet rookt of drinkt voor je achttiende, dan krijg je van ons je rijbewijs. Zo geschiedde. Echter, op mijn dertiende kregen mijn broer en ik al een oude Opel Kadett van mijn vader om in rond te rijden op het land. En als mijn ouders dan niet keken ging het van dik hout zaagt men planken, scheuren, slippen, maar als ze wel keken, tuften we netjes over het land. Met zo’n auto leerde je natuurlijk ook goed slippen en later wilde mijn rijinstructeur mij laten zien wat gladheid doet met een auto. Maar ik drifte als een echte rallycoureur over het terrein heen en mijn instructeur trok lijkbleek weg.’
Klinkt alsof je een goede tijd in Oude Leije hebt gehad.
‘Klopt. Mijn vader is een geweldige kerel en ik kan me nog een keer goed herinneren dat we thuis vlotten aan het bouwen waren van het hout dat hij voor de verbouwing had gekocht. Hij kwam ’s avonds thuis en stond eens te kijken wat wij precies aan het doen waren. En dan ging hij gewoon meehelpen, dat vond hij geweldig. Ondertussen dacht mijn moeder van: waar is Jan eigenlijk? En dan keek ze naar buiten en zag ze drie jongens aan het timmeren aan een vlot. Zijn grap was ook altijd dat de bodem van de vaart bezaaid lag met zijn hamers, aangezien we die regelmatig in de vaart lieten vallen.’
Heb je later als vader vlotten met je dochters gebouwd?
‘Nee, dat zat er niet in. Die deden hele andere dingen. Ik kan me nog het moment herinneren dat ze met make-up begonnen, en toen wilden ze mij ook opmaken. Dat was op een zondag, dus wat kon mij het schelen. Dat was lachen, gieren, brullen en ik kreeg van alles op mijn gezicht en natuurlijk nagellak op. Achteraf natuurlijk schoonmaken, maar krijg de glitters maar eens van je gezicht af. Ik heb nog twee weken met glitters op mijn gezicht rondgelopen. Mijn nagels waren roze met sterretjes en ook dat kreeg ik er niet vanaf. Dus je ziet mij al contactlenzen bij klanten indoen met zulke nagels. Ik moest dat natuurlijk vaak aan de klanten uitleggen.’
Wie was je eerste vriendinnetje?
‘Ik was een jaar of vijftien, toen was ik erg verliefd op een meisje waar ik wel eens mee opfietste. Zij woonde in Stiens en dat was voor mij een heel stuk omfietsen. Onder het mom van: afslag vergeten, fietste ik wel met haar mee. Ik denk dat ze nooit in de gaten heeft gehad dat ik verliefd op haar was. En ik maar hopen dat het opviel. Mijn eerste echte vriendin kreeg ik in Rotterdam. Daar studeerde ik toen. Dat was eigenlijk in het laatste half jaar van mijn opleiding, daarna ging ik weer terug naar Friesland. Een dramatische afstand natuurlijk. Dat was wel pittig. Door de afstand is het uiteindelijk over gegaan. De grap is dat ik haar afgelopen zondag op een optometristencongres ben tegengekomen. Ik denk dat we elkaar sinds 1985 niet meer hebben gezien.’
Kickboksen, hardlopen: Je sport nu veel. Deed je dat vroeger al?
‘Van mijn zestiende tot mijn twintigste heb ik veel gesport. Ik deed tennis, hardlopen en wat krachttraining. We liepen in Rotterdam dan vaak in flink tempo een vijf kilometer rondje, want binnen een half uur konden we dan met dezelfde stempel van de tram weer terug naar huis. Dat deed ik altijd met Theo Dijk, ook een optometrist, die nu in De Westereen (Zwaagwesteinde, red.) zijn zaak heeft. Hij is nog steeds een van mijn beste vrienden. Ik tenniste altijd in het weekend. Ik deed het graag, maar had er geen talent voor. Wat ik nog bijna vergeet. Ik heb in Rotterdam twee jaar lang intensief Jiujitsu gedaan en les gehad van Roel van Ravens. Dat was toen een topleraar van Nederland. Hier is mijn voorliefde voor vechtsport ontstaan.’
Heb je naast kickboksen en jiujitsu nog andere vechtsporten gedaan?
‘Ergens begin dertig kwam ik erachter dat ik een hele slechte conditie had en ben ik weer gaan sporten. In de sportschool bleek dat het toch wel schokkend was: slechte conditie en overgewicht. Na een half jaar fitness ben ik met Jeet Kune Do begonnen. Dat is eigenlijk de grondlegger van mixed martial arts. Ook heb ik een aantal jaren intensief Krav Maga gedaan. Dit kon ik echter niet blijven doen. Door de echtscheiding, ik was toen 38, kwam er een omgangsregeling met mijn dochters. Die waren twee van de drie weekenden, en elke dinsdag, bij mij, waardoor ik niet meer in het weekend kon sporten. Zodoende ben ik Kickboksen gaan doen. Dat kon bij de desbetreffende gym iedere avond, zodat ik het gemakkelijk met de kinderen kon combineren. Daar spar ik nu nog steeds.’
Ik heb begrepen dat je een aantal grote tegenslagen in het leven hebt gehad. Wil je daar iets over vertellen?
‘De ergste tegenslag in mijn leven is de echtscheiding in 2006. Dat vond ik erger dan toen ik ernstig ziek was. Ik heb in 2009 een zwelling in mijn wervelkolom gehad, en moest na de medische behandeling een lastige revalidatie periode door. De scheiding kwam voor mij als donderslag bij heldere hemel. Onze dochters waren toen 6 en 8. We zouden op vakantie, ik werd wakker en mijn vrouw was weg, er lag alleen een brief. Het meest schokkende is dat je normaal gewoon thuiskomt en dat daar je vrouw en je kinderen zijn. Dat is in één klap weg. In eerste instantie heb ik een paar nachten in het Eurohotel doorgebracht. Ik zat in een klein en bedompt kamertje en kon me heel goed voorstellen dat mensen hier depressief werden. Ik ben toen tijdelijk verhuisd naar een vakantiewoning op de Kleine Wielen. Uiteindelijk heeft de scheiding vijf zware jaren geduurd. Ik bedoel, vooral voor de kinderen zwaar. Tegenwoordig woont mijn oudste dochter bij mij. Mijn jongste dochter studeert in Zwolle. Ik ga vrijwel elke week even bij haar langs en ze komt in het weekend regelmatig bij ons.’
“Ik denk dat ze nooit in de gaten heeft gehad
dat ik verliefd op haar was.”
Dit klinkt toch wel als een dieptepunt in je leven. Dan ben ik ook erg benieuwd naar het mooiste moment in je leven.
‘De eerste keer dat ik in China was, en dat we onze eerste dochter adopteerde. Als er op dat moment een aardbeving of wat voor ramp dan ook zou gebeuren, dan zou ik alles laten vallen en dat kind redden; dat kind was binnen een kwartier aan mij verbonden. Het was mijn dochter en dat vadergevoel, die emotie, dat had ik in mijn leven nog nooit meegemaakt. Bizar. Ook de tweede dochter in China adopteren was natuurlijk nét zo prachtig. Eigenlijk elk moment met mijn dochters tot op de dag van vandaag zijn mooi.’
En wat is het mooiste aan jouw vak?
‘De mensen. Ik kan wel honderd anekdotes vertellen. Maar ik zal je één hele mooie vertellen. Ik heb jaren geleden hier een meisje van 9 of 10 jaar gehad en daarbij ontdekte ik een tumor in het oog. Dan schrik je. Vaak zaaien dit soort tumoren uit. Moeder en dochter kwamen binnen, omdat de dochter niets meer met het oog zag. Ik heb ze meteen doorverwezen naar het ziekenhuis. Toen ze een jaar of 14 was, heb ik haar weer eens teruggezien. Ze had een bril nodig. Ze was toen heel boos. Niet op mij, maar gewoon als een tienermeisje met een kunstoog. Ze voelde zich misschien ook wel onzeker. Daarna heb ik haar nooit meer gezien. Nu gingen we vorig jaar met de hele familie uit eten. Ik loop het restaurant binnen en ik zie daar een prachtig 23-jarig meisje zitten met een jongen tegenover haar. Helemaal verliefd op elkaar, dat straalde er af. Ik kijk altijd naar ogen, dus het viel meteen op dat ze een kunstoog had. En ik dacht meteen, dat moet haar zijn. Later liep ze langs de tafel en zag ik haar ook kijken. Ik dacht toen bij mezelf: het is dus helemaal goed gekomen met dat meisje. Dat vind ik geweldig. Ik kan eigenlijk de hele dag wel vertellen, want ik heb nog duizend van deze verhalen. Natuurlijk vind ik het prutsen met de ogen, mensen aan een bril helpen ook fantastisch. Maar de mensen zijn toch het mooist aan het werken in de winkel.’
Foto’s: Simon van der Woude
Tekst: Johan Weitenberg