Interview Ton Eijer

Een nieuw Ruiterskwartier klinkt Ton Eijer als muziek in de oren

Ton Eijer, een van onze vaste columnisten, heeft al sinds 2004 muziekcafé Scooter’s aan het Ruiterskwartier. En dat is voor Leeuwarder horecabegrippen best lang. De reden waarom wij Ton aan een persoonlijk interview onderworpen is tweeledig: enerzijds omdat Ton nauw betrokken is bij de ontwikkelingen rondom het Ruiterskwartier en anderzijds omdat hij een markante horecaondernemer is, en die willen wij altijd graag even aan de tand voelen. Lees daarom het verhaal van een gepassioneerd ondernemer die met Scooter’s een enorme gok heeft genomen die nu eindelijk goed begint uit te pakken.

Ton, we kennen je van Scooter’s, maar heb je ook een vorig leven gehad?
“Ja, dat kun je wel zeggen. Ik werd op mijn 22ste al vader van een dochter die nu 28 is en inmiddels ook al een kind heeft. Ja, ik zie je kijken… ik ben opa. Zo vroeg kinderen krijgen heeft me uiteindelijk m’n huwelijk gekost, maar dat is waarschijnlijk niet waarop je doelt. Voordat ik in de horeca ging werken heb ik zo’n 13 jaar als etaleur gewerkt voor de Marca, dat was een kledingketen van C&A, à la Primark en Bentex. Ik was drummer in een band en had lang haar en dat vonden ze bij zo’n keurig bedrijf wel een beetje vreemd. Toen ik op een gegeven moment zoveel kilometers moest declareren dat ik te duur werd, ben ik wat anders gaan doen.”

Wat ging je toen doen?
“Heel veel muziek maken, baco’s zuipen en vrouwen versieren, hahaha. Nee hoor, nadat ik een jamsessie in De Zwetser in Gorredijk had gedaan, vroeg de eigenaar me of ik dat vaker wilde doen. Nou, dat wilde ik wel, lekker vaak muziek maken. Op een gegeven moment organiseerde ik iedere week ergens een jamsessie. Zo kwam m’n huidige vriendin Ali op mijn pad. We hadden beide de wens een muziekcafé te beginnen en via via konden we samen een zaak in Drachten overnemen, dat werd dus Scooter’s. De zaak liep heel snel heel goed, zodat we een tweede zaak konden openen. Onze huurbaas – ook een horecaondernemer – voelde de hete adem in zijn nek en begon ons als concurrent te zien. Zodoende zochten we uitbreiding buiten Drachten en kwamen we Leeuwarden in terecht.”

Heb je bewust voor het Ruiterskwartier gekozen?
“Ja en nee. Het was absoluut een gok. De café dat voor ons in dit pand zat, had niet zo’n goede naam opgebouwd. Zeg maar gerust een slechte. Daar kwam niemand meer. Van die slechte naam hadden we de eerste jaren behoorlijk veel last. We hadden alles voor elkaar: een nieuw concept, elke week live-muziek, een top geluid, maar geen publiek. Op een gegeven moment hebben we ervoor gekozen om geen entree meer te heffen en de bands een vast gage te geven. Toen kwam het langzaam op gang. Ik had niet verwacht dat je zo veel last van de slechte naam van een ander kan hebben. Daar kwam nog bij dat het Ruiterskwartier niet echt in trek meer was als horecastraat. Waar nu Mango zit, zat zelfs nog een groenteboer! Het had dan ook niet veel gescheeld of we hadden de stekker eruit moeten trekken.”

Wat heeft je gered?
“Nou toen we hier begonnen, zag ik ook wel dat het Ruiterskwartier een moeilijke straat was. Maar ik wist toen ook dat de gemeente voornemens was om hier de komende jaren steeds meer ‘zware horeca’ te concentreren. Daar heb ik op gegokt. Nu die plannen gestalte beginnen te krijgen, denk ik dat ik goed heb gegokt. Ik ben nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Ruiterskwartier en door mijn collega-ondernemers benoemd tot ‘aanvoerder’ van de straat.”

En straks een Pathé-theater voor de deur, wat vind je daar van?
“Dat ziet er wel naar uit ja. Het contract is inmiddels bindend, maar er lopen nog een paar bezwaarprocedures. Maar het is een vrije economie, dus ik ga ervan uit dat de bouw gewoon doorgaat. En ja, dat zie ik helemaal zitten. We zullen wel wat minder zonlicht krijgen, want het gebouw wordt best wel hoog, maar dat moeten we maar voor lief nemen. Je zult begrijpen dat we de buslijn straks niet meer door de straat willen hebben. Dat contract loopt over anderhalf jaar af en ik hoop dat ze dan een andere route voor de bus bedenken. Als dat gedender van die bussen is verdwenen, krijgen we een hele andere straat met meer ruimte voor terrassen. Ik heb tekeningen laten maken van hoe het eruik kan komen te zien: een prachtige boulevard vol terrasjes vanaf het Douwe Egberts-café tot en met Neushoorn en speciaalbiercafé De Markies. Dat ziet er echt te gek uit!”

En de rest van de straat?
Iedereen wil meedoen! Het is alleen zo dat er nog een beetje wordt afgewacht wat er precies gaat gebeuren. Om die reden staan er nog enkele panden leeg. Als er straks daadwerkelijk groen licht komt voor een horecaboulevard, dan zijn die panden zo weg. Want dan verandert het Ruiterskwartier ook overdag eindelijk in een druk en bruisend uitgaansgebied voor alle leeftijdsgroepen. Dan verdwijnt die lelijke parkeerplek die aanvankelijk voor de uitbreiding van het gerechtsgebouw was bestemd. Het kantorengedeelte waar we op uitkijken staat al helemaal leeg en verdwijnt straks ook. Nee, dan begint het er eindelijk op te lijken en kunnen we ik misschien het hele jaar door knallen. Tot nu toe moet ik het van de winterperiode hebben. Na 5 mei kakt de omzet steevast in, om in september weer aan te trekken. Van dat gegeven hebben overigens meer ondernemers last. Als straks de hele straat een terras kán en mág hebben, dan verandert er natuurlijk wel wat. Dan zul je zien dat de meeste ondernemers ook hun zaak gaan moderniseren. De Friesche Club is daarvan een mooi voorbeeld.

Nu we hier toch zitten, wil je zelf nog iets kwijt?
Nou, het lijkt me dat ik genoeg heb zitten tetteren. Maar één ding wil ik nog wel zeggen. Misschien een mooie afsluiting… Wat me opvalt bij de huidige generatie horecaondernemers is hun vastberadenheid en hun geloof in hun eigen idee. Ze hebben allemaal hun eigen specifieke verhaal en pikken overal wat ideetjes vandaan en maken daar hun eigen ding van. En daar hebben ze succes mee. Neem bijvoorbeeld Barrevoets, Vinny&Jo, TOTT en De Walrus, en zo kan ik er nog wel een paar noemen. Vroeger nam je een zaak over, deed je deur van het slot en de klanten kwamen wel. Dat was vrij makkelijk geld verdienen. Mensen ontmoetten elkaar ook veel vaker om even bij te praten. Dat is tegenwoordig wel anders. Iedereen weet alles al van elkaar door WhatsApp en Facebook en wie een partner of een date wil, zoekt er gewoon een uit op een datingsite. Men gaat minder ‘op jacht’. Ach, dat zie ik als een teken des tijds; straks zijn mensen dat ook weer zat en willen ze elkaar gewoon weer ontmoeten op het Ruiterskwartier. Zullen we wedden?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *