Peter Kops, beter bekend als Extince, is een van de eerste succesvolle Engelstalige rappers, alsmede als een van de eerste succesvolle Nederlandstalige rappers. Met nationale hits als Spraakwater, Viervoeters en Kaal of Kammen mag Extince wel de baas van de Nederlandse flow worden genoemd. In 1998 bracht hij ‘Binnenlandse Funk’ uit, zijn eerste album in het Nederlands. Inmiddels rapt Extince alweer bijna 30 jaar woorden aan elkaar en bracht hij dit jaar het album genaamd ‘X’ uit, met onder andere een samenwerking met de Leeuwarder rapper Madoc. Op 22 januari staat hij in Neushoorn om te doen waar hij goed in is: een goed excuus om eens wat meer over hem te weten te komen.
Laten we beginnen met de vraag van Shalina Gomes, winnares van de door ons uitgeschreven Meet and Greet wedstrijd. Shalina vraagt zich af wie voor jou nou eigenlijk de grondleggers van de Nederlandse hiphop zijn geweest, gezien veel mensen zowel jouw naam als die van de rapgroep Spookrijders noemen.
‘’De grondlegger(s) van de Nederlandse hiphop komen wat mij betreft uit de tijd dat iedereen in Nederland nog in de Engelse taal rapte. In de jaren ’80 was Hip-Hop een samenspel van Breakdance/Electric-Boogie, Dj-ing/Scratching/Mixing, Rappin’/Human Beatboxing en Graffity/Taggin’. Al onze helden op dat gebied kwamen uit New York en L.A., en Hip-Hop was een movement en die movement was Engelstalig. Wilde je daar bijhoren ging je vanzelfsprekend in de Engelse taal rappen. Sleutelfiguren zoals MC Deams, DJ All Star Fresh en de breakdancecrew Dynamic Rockers zijn naar mijn mening een van de belangrijkste grondleggers van de Nederlandse hiphop geweest. Nu heb ik het dus over de primaire Hip-Hop scene van de lage landen waaruit een Nederlandstalige scene is ontstaan.’’
Het eerste album dat je uitbracht in 1986 was ook Engelstalig. Hoe ben je eigenlijk op het idee gekomen om te gaan rappen?
‘’Toen ik voor het eerst rapmuziek hoorde van de Sugerhill Gang en Grandmaster Flash vond ik dat te gek! Maar bij het zien van Breakdance en Electric-Boogie, ’n jaartje of wat later, begreep ik dat die dans min of meer bij de rapmuziek hoorde. Toen ik daarna ook nog iemand zag scratchen/mixen viel bij mij het muntje en begreep ik dat er ’n nieuwe dag was gekomen.’’
Inmiddels sta je alweer ruim 20 jaar aan de absolute top van de Nederlandse rap. Wat is voor jou de reden geweest om de Engelstalige raps die je maakte te verruilen voor het Nederlands?
‘’In principe rap ik net zolang in het Nederlands als in het Engels alleen trad ik nooit met Nederlandstalige rap naar buiten totdat de Osdorp Posse mij vroeg mee te doen op een van hun CD’s. Maar dat ik voor het aller eerst als rapper iets opnam in de Nederlandse taal was toen iemand van een piratenzender mij vroeg om een aankondigingjingle op te nemen. Dit was in de jaren tachtig. Spraakwater (’95) schreef ik als antwoord op alle positieve reacties die ik kreeg op mijn bijdrage aan de Osdorp Posse CD. Toen dat nummer ’n dikke hit werd en de meiden gillend op me af kwamen besloot ik om door te gaan met rap in de Nederlandse taal en Engelstalige rap te laten voor wat het was.’’
Ben je nog steeds op dezelfde manier met muziek bezig als dat je vroeger was?
‘’Niet precies. Nu is het meer ‘business’ dan vroeger. Vroeger ging ik naar kerels toe die beats maakten en bouwden we tracks vanaf nul, onder het genot van een jointje of een biertje of gezellig met een paar meiden op bezoek. Vandaag de dag scout ik kant – en klare beats en ben ik meer bezig met een tekst en een eindproduct. Toen ik optrad als Engelstalige artiest was het in mijn geval ook meer dagdromen dan presteren. Op het moment dat ik Nederlandstalige hits kreeg kwam bij mij de drang om te bewijzen dat ik geen eendagsvlieg zou worden.’’
Aangezien je zelf op een andere manier met de muziek bezig bent als vroeger, hoe is dat volgens jou voor de scene tegenwoordig? Ga je bijvoorbeeld liever terug naar vroeger of ben je erg benieuwd naar wat de toekomst brengt?
‘’Vroeger was natuurlijk heel leuk omdat Hip-Hop toen nog iets nieuws was. Je kon die novelty als het ware proeven als je op straat liep. Nu is de spits afgebeten en is het meer ingeburgerd. Wat de toekomst brengen zal is ook altijd spannend. Maar de scene is met het internet denk ik versplintert in verschillende scènes en er bestaat volgens mij niet echt meer 1 scene. Heb je het specifiek over de Nederlandstalige scene dan gebeuren er wel hele goeie dingen vandaag.’’
Inmiddels is je vijfde plaat uit, getiteld ‘X’. Als we hem vergelijken met je eerste plaat, hoe verschillend is ‘X’ van ‘Binnenlandse Funk’?
‘’Binnenlandse Funk is opgenomen op verschillende plekken en bewerkstelligd met een tal van componisten/producers en engineers. X heb ik met alleen Presto gedaan en we zaten in een en dezelfde studio. Daardoor is het geluid van X meer 1 geheel geworden, vind ik.’’
Fans zullen favorieten hebben op al je platen. Hoe is dat eigenlijk voor jou? Heb je zelf een favoriet nummer?
‘’Van de laatste tijd is dat het nummer ‘Doe Maar Mee’ die als bijdrage meedeed op het laatste comebackalbum van de groep Doe Maar. Waarom vind ik moeilijk te zeggen maar doe hem graag live. Ook heb ik een nummer met Shirma Rouse, Keizer en Ross & Iba en een nummer met Madoc op mijn nieuwe album staan en die scoren ook hoog.’’
Madoc, onze eigen rapper uit Leeuwarden dus. Kunnen we hem als special guest verwachten tijdens je optreden in Neushoorn op 22 januari?
‘’Haha, wie weet! Bezoekers kunnen in ieder geval een te gekke rap show verwachten zonder commerciële hitjes of special effects.’’