Als dertienjarige scholier was ik al gauw klaar met het slootwater dat in onze kantine als koffie werd verkocht, dus ging ik in De Doelesteeg op zoek naar een écht goed bakje koffie. Ik switchte regelmatig van locatie, tot ik in De Doelebar een grote Fries met keiharde humor tegenkwam. Dat bleek eigenaar Jan te zijn, die samen met zijn vrouw Gerda de kroeg runde.
Mijn koffie- én tostikeuze was al gauw gemaakt. En al vrij snel werd ik gevraagd als glazenhouder en barkeeper, wat ik mijn hele scholierenen studententijd heb gedaan. Na mijn afstuderen ben ik blijven hangen, omdat ik geen zin had in het ‘serieuze leven’.
Nu, een dikke veertig jaar later, gaan de kroegen pas ’s avonds laat open. Natuurlijk moet een studentenstad als Leeuwarden uitgaansgelegenheden tot in de laatste uurtjes hebben. Maar: moet dat in de hele binnenstad zo zijn? De gemeente geeft, met succes, veel geld uit om toeristen naar Leeuwarden te krijgen. En die zijn weer gebaat bij een kroegleven tussen 18.00 uur en 01.00 uur, waardoor ze nu voornamelijk op de overdekte en verwarmde terrassen terechtkomen.
Ik vind gasten leuker (en ze drinken beter!) tussen 18.00 uur en 01.00 uur dan tussen 01.00 uur en 06.00 uur. Want door de onvoorspelbaarheid van de ‘nachtgasten’ is er veel meer personeel nodig. En zijn de horecaprijzen gestegen richting de €4,- per biertje, terwijl je bij mij €2,50 betaalt.
Door mijn huidige openingstijden heb ik minder personeel nodig en kan ik de prijzen laag houden! Dus die hou ik zo lang mogelijk aan. Dat is ook de enige mogelijkheid om iedereen tussen de achttien en achtenzeventig te bedienen. Want iedereen die zich gedraagt, is bij mij meer dan welkom. Dat kan echter alleen wanneer er genoeg mensen bier, fris, wijn, koffie of thee komen drinken tussen 18.00 uur en 01.00 uur. Soms is dat nog best lastig, als enige bruin café tussen vier feestcafés.
En als het niet lukt? Misschien moet ik dan ook maar een feestcafé worden. Toch vertrouw ik erop dat het geen nachtelijk feest hoeft te zijn om met je vrienden een lekker biertje te komen drinken.
Proost,
Henny