Roland van der Wijk (43) treedt niet vaak op de voorgrond. Voor een artikel over zijn persoon was hij dan ook moeilijk te porren. Na een aantal pogingen is het ons toch gelukt een gesprek met hem in te plannen. De afgesproken locatie is de Grote Keizer. Dit speelparadijs, annex bowling- centrum, annex restaurant is een van zijn vier goedlopende horecabedrijven.
De andere drie zijn Mango Lounge, Bar Bascule en hotel De Wijnberg (Bolsward). Zijn oma had ‘Het Veerhuis’ op het Oldehoofsterkerkhof en zijn vader was de man achter de roemruchte bar-dancing Barcorolle, wat later Rock It en weer wat later Neushoorn werd. Roland is dus een telg uit een horecafamilie, al ziet ‘ie dat zelf niet zo. Hij is namelijk ook nog directeur van Euromarkt, een internationale groothandel in schenkapparatuur. Dit bedrijf nam hij op z’n 23ste over van ‘oom Rinze’. Hij ziet zichzelf dan ook meer als handelaar. UIT! in Leeuwarden sprak met een ondernemer pus sang, bij wie 24 uur per dag de kassa rinkelt.
Hoe is het mogelijk om vijf bedrijven te leiden die allemaal op een ander moment van de dag actief zijn vroegen wij ons af. Lachend kijkt Roland naar zijn grootformaat smartphone. “Ik heb zo’n grote genomen. Niet om op te scheppen of zo, maar dit is mijn kantoor. Zonder dit apparaatje zou ik mijn werk onmogelijk kunnen doen. Het grote voordeel van zo’n kantoor is dat je ‘m ook even kunt uitzetten. Dat is belangrijk, want alles gaat non-stop door. Vanaf het ontbijt voor de hotelgasten, de kinderfeesten hier, tot en met het opruimen van de lege cocktailglazen bij het krieken van de dag en het weer klaarzetten van de ontbijtjes… Gelukkig heb ik 140 medewerkers die de hele handel draaiende houden. Het idee dat dag en nacht de kassa rinkelt geeft me een kick.”
Handel
Toch voldoet Roland totaal niet aan het stereotype beeld dat
je op grond van bovenstaande uitspraak zou verwachten: Hij rijdt niet in een uitgesproken opvallende auto, hij doet niet poenerig of arrogant en tijdens het gesprek krijgen we de indruk dat hij het liefst gewoon thuis is, bij zijn gezin. Waarom dan zoveel om handen? “Om de handel. Zo ben ik al vanaf mijn 16e. Ik zat op de school voor detailhandel
en voor de lol handelde ik met
een paar vrienden in Nintendo- spelletjes. Mijn oom Rinze had een groothandel, dus daar was ik heel vaak te vinden. Samen waren we altijd op zoek naar handel. Ik heb nooit de intentie gehad de horeca in te gaan. Dat is min of meer toevallig zo gekomen. Toen hotel De Wijnberg in een faillissement verkeerde, werd mij gevraagd de zaak open te houden voor zolang de curator dat nodig achtte. We zijn nu 12 jaar verder en het hotel is nooit dicht geweest.”
Het derde bedrijf dat op zijn pad kwam, was de Grote Keizer. De kans tot overname kwam toen het speelparadijs Country City failliet ging. “Daar zag ik gelijk handel in, want het bedrijf maakte een goede omzet. Maar als iedere dag een paar honderd kinderen een feestje komen vieren, dan gaat er ‘wel eens’ wat stuk en slijt alles net iets sneller dan bij je thuis. Dus daar moet je wel wat geld voor opzij leggen. Het heeft me echter heel veel moeite gekost om het krijgen zoals het nu is. Je wilt niet weten wat een gedoe en een papierwerk daarvoor nodig is geweest. Soms leek het wel of mensen me moedwillig tegenwerkten. Het is nú pas zoals ik het voor ogen had.”
Sprakeloos
Toen kwamen de volgende uitdagingen: Mango Lounge en Bar Bascule. Beide zaken kon
hij overnemen van bekenden.
“Ik was goed bevriend met de voorgaande eigenaren, maar toen ik beide zaken had overgenomen, heb ik er wel een heel andere draai aan gegeven. Zo heb ik bij
al m’n zaken heel veel aandacht besteed aan inrichting en ontwerp van het interieur. Daarover
heb ik meestal wel duidelijke ideeën en die bespreek ik dan met professionele ontwerpers. Bar Bascule is daar een mooi voorbeeld van. Menigeen die
daar voor het eerst binnenstapt
is even sprakeloos. Ik vind een kenmerkende sfeer belangrijk, want tegenwoordig draait alles om beleving. Met de geluidsinstallatie in Bascule bijvoorbeeld, hebben we internationale prijs gewonnen. Het aanbod op het gebied van entertainment en horeca verandert zo enorm snel, dat we al ‘vroeger’ zeggen als we drie jaar geleden bedoelen.”
Hosanna
Wie zo veel onderneemt, ondervindt meestal ook veel tegenslag. Ook in het verhaal van Roland is het niet alleen hosanna. Het eerdergenoemde ‘gedoe’ waar je als horeca-ondernemer mee te maken krijgt, is hem een doorn in het oog. Maar nog veel trivialer werd het toen een van zijn zaken door een uitslaande brand werd getroffen. “De brand op
zich was vrij snel onder controle, maar wat er verder gebeurde was bizar. Terwijl ik de volgende dag de schade zo veel mogelijk wilde beperken, moest ik terug in mijn hok. Het bleek dat de eigenaar als eerste verdacht is. Voordat daar duidelijkheid over was, had het al drie dagen naar binnen geregend en was de schade vele malen groter geworden. Om die gebeurtenis snel te herstellen, heb ik al mijn financiële middelen moeten aanspreken. Voor mij was dat toen echt langs het randje.”
Qua nieuwe bedrijven of overnames vindt Roland het wel even goed zo. Hij wil zich richten op deze bedrijven, die hij nu goed ‘op niveau’ heeft. Maar eigenlijk geloven we ‘m niet helemaal. Kom op Roland, je bent 43, jong genoeg voor een nieuw project en altijd op zoek naar handel, dat heb je zelf gezegd. Ja da’s waar, ik ben wel weer met iets bezig, maar daar kan ik nog niets over zeggen. Hij klinkt zakelijk. Is het voor kinderen? “Het is voor jong en oud. Mensen zullen ervan opkijken.” Dit jaar nog? “Ja, over een paar maanden.” In Leeuwarden? “In de omgeving van Leeuwarden en het wordt heel groot, maar meer kan ik er echt niet over zeggen.” Hij kan het wel, maar hij wil het gewoon niet… Ach, over drie jaar vertelt Roland ons er vast alles over, als ie ’t weer eens over vroeger heeft…