Kun je trots zijn op toevalligheden?

Trots. Of nog erger: grutsk, in het Fries. Slimme reclamemensen en plannenmakers pronken graag met dat woord als ze hun product aanprijzen. Geveltsje Frysk heet dat. Zelf zelden of nooit Frysk – of Liwwadders – praten, maar er wel mee paraderen als dat de verkoop stimuleert of subsidie oplevert.

Ik vind het een moeilijk begrip: trots. Trots op je vaderland, bijvoorbeeld. Ik kan er niks mee. En niet omdat mijn vader helemaal geen land had, en ik ook niet, maar omdat het te groot is. Hoe kun je nou van een heel land houden? Van de geschiedenis van elk land kent moedige, maar ook foute perioden. Dat geldt voor een provincie net zo. Hoe kun je daar nou trots op zijn?

Ik vind Fryslân schitterend. De strakke dijk bij Peasens-Moddergat, het Planetarium in Franeker, het sprookjesachtige Gaasterland, het kaatsveld in Weidum, de Lippenhuister heide – allemaal ontroerend mooi. Maar reden voor trots? Zonder dat ik er iets voor heb hoeven doen? Het is puur toeval, dat ik hier ben geboren. Kun je trots zijn op toevalligheden?

De elf Friese steden dan, kun je daar trots op zijn? Trots op Leeuwarden? Het lukt mij maar één dag per jaar: op 5 mei.

Ooit namen wij-van-het-antidiscriminatie-bureau het initiatief tot het Bevrijdingsfestival. Als er vijfduizend mensen zouden komen, zouden we dronken worden. En we werden dronken. Nu komen er op 5 mei tachtig-, negentig-, honderdduizend mensen naar Leeuwarden om één of twee nummers van Normaal of de Dijk mee te zingen. En als ik dan vanaf het ene naar het andere podium loop, al die mensen, de goeie sfeer, dan denk ik stiekem: dit is mijn feestje en dan ben ik trots. Trots op Leeuwarden en ook een beetje op mezelf.

Maar trots op je club dan, trots op Cambuur, daar gaan we toch niet aan twijfelen? Toch wel.

Want ik weet hoe het Henk de Jong ontroerde toen het slecht ging met de club en supporters met een enorm spandoek (“In Henk we trust”) achter de trainer gingen staan. Daar is zelfs een boek over verschenen. En ik wil ook nooit zal vergeten: tegen RKC wilde keeper Nienhuis een aanvaller uitkappen. Dat mislukte, doelpunt. Blunder van de keeper en Nienhuis wou wel door de grond. Dan kunnen supporters meedogenloos zijn. Maar het publiek floot de doelman niet uit, maar scandeerde hem door het dieptepunt heen! Dan neemt het publiek zijn eigen verantwoordelijkheid, niet steek je op als Twaalfde Man (m/v) en mag je trots zijn.

Maar als Cambuur achter staat en je verhaal al ver voor het laatste fluitsignaal het stadion, terwijl wij sinds Reza Ghoochannejhad weten dat je in negen seconden een doelpunt kunt scoren. Of na een slechte wedstrijd brand je de selectie op Facebook finaal af, mag je dan trots zijn? Kun je je club laten stikken en toch trots zijn?

Mooi-weer-supporters zijn er genoeg, maar de echten laten zich juist horen als het slecht gaat. Die gaan staan voor Cambuur, bij storm en onweer en die kunnen trots zijn. Die wel.

Ate de Jong

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *