Question
Ik ben in de rouw vanwege het verlies van een familielid. Het lijkt alsof mijn partner niet zo verdrietig is als ik, en daardoor voel ik me niet gesteund. Hoe zorg ik ervoor dat we niet uit elkaar drijven?
Answer
Er is de afgelopen jaren een enorme verschuiving gaande in hoe we denken over verlies en rouw. De meesten kennen het model wel waarin Elisabeth Kübler‐Ross het over vijf rouwfases heeft: ontkenning, woede, onderhandeling, depressie en aanvaarding. Die voorschriften kunnen wat dwingend zijn, omdat je er het gevoel van krijgt dat rouw in een bepaalde tijd of fase moet plaatsvinden.
Gelukkig zijn we daar de afgelopen jaren in veranderd. We noemen het nu ook ‘rouwarbeid’ in plaats van rouwfasen, en we praten over ‘verlies overleven’ in plaats van rouwverwerking. Dat laatste impliceert dat tijd de wonden heelt. Dat je passief moet wachten tot het over is. Ik weet nog dat ik zelf als kind in 1986 niet bij de uitvaart van mijn oma mocht zijn, omdat de volwassenen dachten dat dat beter was. Toen ik een paar jaar geleden mijn andere oma verloor, waren mijn kinderen van 4 en 6 jaar daar juist wel bij en maakten ze een tekening voor op haar kist.
Daarnaast weten we dat je niet alleen rouwt bij overlijden, maar ook bij bijvoorbeeld het verlies van een baan, relatie of gezondheid. Iedereen die rouwt, heeft een rouwreactie. Er zijn twee stijlen volgens psycholoog Manu Keirse: de intuïtieve en instrumentele rouwstijl. De intuïtieve rouwstijl is gericht op gevoelens, daarover praten, die willen delen, heel verdrietig zijn. Die stijl is heel herkenbaar, en daarmee ook bijna de norm: zo ‘hoor’ je te rouwen. De instrumentele stijl is meer gericht op actie. Er is wel sprake van innerlijke reflectie, maar iemand met deze rouwstijl denkt ook: wat moet er gebeuren?
Hoe kan ik iets oplossen? Wat kan ik doen? Deze stijl is minder gericht op de emotionele pijn. Vaak zie je dat vrouwen de intuïtieve rouwstijl hebben en mannen de instrumentele. Dat heeft te maken met opvoeding en wat je vroeger meekreeg als het gaat over verschillende emoties.
De ene rouwstijl is niet beter dan de andere. Als jij intuïtief rouwt en je partner instrumenteel, kan het voelen alsof je partner helemaal niet geraakt is door het verlies. Misschien denk je dan: maar waarom ben je er niet voor mij? Het is belangrijk om nieuwsgierig te zijn naar elkaar: vraag hoe het verlies is voor de ander. Luisteren naar zulk groot verdriet is niet makkelijk. Er komen veel emoties los bij beiden. Maar als het lukt om te luisteren, ontstaat er een gevoel van verbondenheid, en dat helpt juist tegen verdriet.
Ik geloof niet dat in een relatie één persoon wel kan rouwen en de ander niet. Ook niet als een van de twee geen band had met de overleden persoon. Als het goed is, raakt het je partner ook om jou zo verdrietig en overweldigd te zien. Ik hoop dat het stellen lukt om daar taal aan te geven. Je partner kan bijvoorbeeld vragen: ‘Ik schrik heel erg als ik jou zo verdrietig zie, ik word er zelfs wat bang van. Ik herken je hier niet in.’
Als je iemand wil helpen in verdriet, moet je eerst vooral luisteren. Daarna moet je luisteren. En als je dat hebt gedaan, probeer dan nog eens te luisteren. Dat vind ik een heel mooie uitspraak. Je hoeft de dode niet los te laten, jullie relatie verandert alleen van vorm.