Na een gesprek kan het leven een totaal andere wending nemen. Dit was bij Mirjon (41) het geval. “Ik voelde iets in mijn borst, maar ik wist ook niet echt wat ik precies moest voelen. De huisarts stelde mij gerust, maar ik was er nog niet rustig onder. In het ziekenhuis kwamen ze erachter dat het mis was.” In veel gevallen wordt borstkanker op oudere leeftijd gediagnosticeerd, maar tegenwoordig ook steeds vaker op jongere leeftijd.
“Ik was voor de zomer begonnen met sporten. Tijdens het sporten dacht ik dat ik iets in mijn borst voelde. Toen dacht ik nog misschien is het een spier of iets anders. Eigenlijk heb ik er toen verder weinig aandacht aan besteed. Ik bleef het controleren en na een paar weken voelde ik het nog steeds. Toen ik bij mijn moeder was, heb ik het aan haar gevraagd, en zij voelde ook iets zitten.”
“Nuchter als we zijn, dachten we beiden: ‘Het zal wel meevallen’. Toch bleef het in mijn hoofd zitten en toen ben ik naar de huisarts gegaan. De huisarts dacht ook dat het niets was; zij dacht aan mastopathie. Dit zijn de klieren die je kunt voelen. Het knobbeltje was ook pijnlijk, en dit is bij borstkanker niet altijd het geval. Ik ging naar huis en als ik het na twee weken nog steeds zou voelen, zou ik terugkomen. Dus vanaf dat moment hield ik het goed in de gaten.”
Wat als het wel iets is
“Na twee weken voelde ik het nog steeds, dus ik ging terug naar de huisarts. Zij dacht dat het minder geworden was. Ze twijfelde ook niet, dus ik vertrouwde daar natuurlijk op. Ik moest het loslaten en hield in mijn hoofd dat er niets aan de hand was en dat ik mijn onzekerheid aan de kant moest zetten. Ik werk op de afdeling oncologie.”
“Tegenwoordig kom ik steeds vaker jonge vrouwen met borstkanker tegen. En daar kwam die twijfel bij mij ook weer opzetten: wat als het wel wat is. Ik belde nog een keer de huisarts en vertelde dat aan de assistente dat ik het nog steeds voelde. Zij vroeg of er al een foto gemaakt was, wat niet het geval was. Vervolgens werd ik doorverwezen en werd er een afspraak gemaakt voor een foto. Een paar dagen later kon ik gelukkig al terecht.”
“Ik dacht dat er niets was, maar ik zocht toch die bevestiging en het bewijs dat er écht niets was. Ik ging alleen naar het ziekenhuis, met de gedachte dat ik zo weer naar buiten zou lopen. Eerst kreeg ik een gesprek, toen de mammografie. Ze vertelden dat ze soms ook een echo doen of een biopt. Als dit het geval was hoefde ik niet gelijk bang te zijn, want dit doen ze vaak als extra controle en er hoeft niet per se iets mis te zijn.“
Wachten
“Toen ik de foto had gehad, nam ik plaats in de wachtkamer. Het wachten duurde heel lang. Daarna kreeg ik de echo en biopt ook gelijk. Ik wist toen nog niet dat dit was omdat ze iets op de foto zagen. Toen ik werd opgeroepen voor de uitslag, zag ik het gelijk aan haar gezicht. Degene met wie ik het gesprek had is een collega. Ik ken haar natuurlijk. ‘Ik heb slecht nieuws’.”
“Ik bleek een tumor in mijn borst te hebben en ze zagen kalkspatjes in de borst. Dit hoeft niets te zijn maar kan ook een voorstadium zijn van borstkanker. De volgende dag hebben ze hier ook biopten uitgehaald. Het bleek inderdaad een voorstadium te zijn van borstkanker. Gelukkig was het een niet-snelgroeiende tumor, dus dat was het goede nieuws.”
“Ook waren er verder geen uitzaaiingen in de oksel, dus ook dat was een opluchting. Daarna zijn er verschillende biopten genomen en nog een MRI-scan. Op de terugweg nadat ik de uitslag had gekregen was ik alleen. Nadat ik mijn man had gebeld, stapte ik in de auto. De ramen open, radio aan, volle focus op de weg en rechtop in de auto naar huis. Eigenlijk zat ik in een soort overleef modus; dit was heel rare tocht.”
Vallen van het kwartje
“Het plan van behandeling was na vier weken rond: eerst een borstsparende operatie, gevolgd door bestraling en daarna hormoontherapie. Uiteindelijk werd ik op 3 augustus geopereerd. Het was een dagopname, maar ik kreeg een bloeding dus bleef in totaal vier dagen in het ziekenhuis. En achteraf was het goed dat ik daar wat langer moest blijven. Toen ik de diagnose kreeg, heb ik het weggestopt met het idee; het is nu eenmaal zo en ik moet door.”
“We zien wel hoe alles loopt. Het drong niet echt door en ik wist niet zo goed hoe ik er mee om moest gaan. Ik ging weer gewoon aan het werk en door met mijn leven. Mijn omgeving had het er ook moeilijker mee dan ik, had ik het idee. Die vier dagen extra in het ziekenhuis hielpen om het kwartje te laten vallen. Tijdens de operatie bleek de tumor groter te zijn dan in eerste instantie gedacht werd.”
“Als de tumor groter is dan 2 cm, willen ze ook chemotherapie doen, dus dit kwam er nog bij. Ze gaven mij de keuze of ik dat wilde. Ik heb ervoor gekozen het wel te doen. Er kan altijd een cel van de tumor toch het lichaam in gegaan zijn. Daarom krijg ik nu, preventief, 16 chemokuren.”
Vooruitzichten
“Binnenkort gaat mijn haar eraf. Dat vind ik enerzijds heel lastig, omdat ik mijn haar heel belangrijk vind; “als je haar maar goed zit”. Anderzijds is het nu eenmaal zo. Ik weet al dat het uit gaat vallen dus dan neem ik het heft zelf in handen. Ik wil niet straks plukken haaruitval hebben, dus ik laat het helemaal kortscheren. En er zijn genoeg leuke doeken en mutsjes! Verder voel ik me goed. Eigenlijk heb ik me nog helemaal niet echt ziek gevoeld.”
“Alleen de hormoontherapie zorgde voor depressieve klachten. Deze gevoelens kende ik totaal niet, dus hier zijn we even mee gestopt. Ik was niet meer vrolijk en blij, juist angstig, wantrouwend en verdrietig. Normaal ben ik heel positief, dus dit was gek. Misschien beginnen we na de chemokuur weer, misschien beginnen we al eerder; dit moeten we nog even bekijken.”
“De vooruitzichten zijn heel goed, ze gaan voor de genezende behandeling. Tuurlijk blijft het altijd onzeker, maar dit zijn natuurlijk goede vooruitzichten. Soms vliegt het me ineens aan, dan ben ik bang en kan ik ineens in tranen uitbarsten. Als ik iets voel in mijn lijf, dan denk ik gelijk. ‘Klopt dit wel?’ Maar ik blijf zo positief mogelijk. Wat ik kan doen, doe ik gewoon. Wat niet lukt, lukt even niet en dat is ook prima. Ook thuis zijn we er heel open over.”
“Mijn man, dochter en ik zijn alle drie heel open en positief. Als we erover praten, praten we erover, als we er geen zin hebben, praten we er niet over. Het komt op je pad, maar het verandert je als persoon niet. Ik blijf net zo positief als voorheen. Straks gaat mijn haar eraf, en dan zien mensen ineens dat ik ziek ben. Nu ziet niemand het; straks wel.”
Belang van onderzoek
“Op dit moment sport ik bij een oncologisch fysiotherapeut. Hier ben ik de jongste met borstkanker; dat is heel raar natuurlijk. Ook tijdens en op mijn werk zie ik steeds vaker jonge vrouwen voorbij komen met de diagnose. Dat kleine gevoel van twijfel wat ik had toen ik naar de huisarts ging, bleek terecht te zijn. Dus luister naar je gevoel. Wacht niet op het bevolkingsonderzoek, check het zelf ook!”
Een hele dikke knuffel van mij, Liefs Nynke
Beste Mirjon en familie. Wat een verhaal en hoe herkenbaar. Ik wens jullie heel veel sterkte de komende tijd. Niet alleen met het medische deel, maar ook met wat het bij jullie ‘van binnen’ doet. Alles lijkt en is plots anders: het leven, de zekerheden, de toekomst… na borstkanker moet een gezin zich resetten. In de eerste plaats jijzelf als patiënt, maar ook je gezin. Over partners bijvoorbeeld hoor of lees je maar weinig, terwijl hun rol zo belangrijk is en ook zij nauw geraakt zijn door borstkanker. Ik schrijf erover op http://www.manopdemammapoli.nl, wellicht een idee voor je partner om daarop eens te clicken. Nogmaals veel sterkte en veel kracht, ook om het positief te houden en het licht in deze donkere dagen te blijven zien. .