Saté is in Nederland goed ingeburgerd. Menig restaurant heeft het op de menukaart, en dat is niet zo vreemd. Het is een eenvoudig en, wanneer goed bereid, zeer smaakvol gerecht. Bovendien is het op een bijzondere manier in Nederland terecht gekomen. Keukencafé TOTT is gespecialiseerd in saté en grijpt terug naar de herkomst van het gerecht.
Straatverkopers
Van origine komt saté van het Indonesische eiland Java. Het gerecht wordt door lokale straatverkopers aangeboden en is geïnspireerd op de Indiase kebab, wat zijn oorsprong heeft in het Mongoolse Rijk en de oude Perzische cultuur. Door de handel komt het gerecht ook in omliggende landen als Maleisië, Thailand, De Filipijnen, Brunei en Oost- Timor terecht. Zij pasten het aan en hebben nu hun eigen karakteristieke smaken. Aan een vleespen op houtskool gegrilld, is het gerecht in Indonesië uitgegroeid tot een nationale specialiteit. In Nederland kennen we vooral saté van kip (ajam) en varken (babi), maar traditioneel is er ook saté van geit (kambing), rund (padang) en garnaal (undang).
Spice Islands
De populariteit van het gerecht in Nederland is goed te verklaren. In de 19e eeuw is Java een kolonie van Nederland. Samen met de Molukken vormt het de ‘Spice Islands’, een belangrijk handelscentrum van specerijen voor de VOC. Door deze koloniale banden en Maleisische immigranten komt het gerecht in Nederland terecht. Uiteindelijk hebben we er een eigen draai aan gegeven en is vooral kipsaté – met friet, – erg populair.
Origine
Bij TOTT grijpen ze juist terug naar de origine van het gerecht. Geen standaard Hollandse kipsaté, maar kruidige saté van kip, varken, rund, vis, garnaal en tofu & tempé met ieder een bijpassende marinade zoals je die in Indonesië aantreft. Natuurlijk gegrild op houtskool, krijg je er een pittige salade bij en heb je keuze uit verschillende bijgerechten als sojoerboontjes, lontong (koude blokjes kleefrijst), friet of een gepofte aardappel. Tot slot serveren ze het met vier bijpassende sauzen en natuurlijk de bekende satésaus. Het is het eenvoudig, maar beproefd recept waardoor eten bij TOTT altijd weer een genot is.
Tekst: Johan Weitenberg
Foto: Simon van der Woude