Danny Panadero: Van de goot naar de top!

Torremolinos is een gemeente in de Spaanse provincie Málaga en telt ruim 60.000 inwoners. Bijna allemaal kennen ze Danny Panadero. De maffe Amsterdammer met z’n vette pruik haar, strak achterover gekamd, een gebit met parelwitte tanden, handen vol goud, fout bloesje, flitsende zonnebril
en zonnebank-kop, is dan ook een markante verschijning. Zelf praat hij over stijl, over klasse, al zien sommigen er iets anders in: een louche autohandelaar of een slecht aftreksel van een Amerikaanse gangster, zo weggelopen van de set van de maffiafilm Goodfellas.

Het is warm in Torremolinos, bijna 30 graden en we zoeken wat verkoeling aan de rand
van het zwembad. Panadero, alleen gekleed in een spierwitte zwembroek, zodat zijn zongebruinde lichaam nog
beter uitkomt, ligt languit op z’n zonnebedje. Eén been bungelt in het water. ‘Ik heb van de week een
 optreden gehad in Nederland,
in Langweer’, gaapt hij met een onvervalst Amsterdams accent. ‘Dat ligt in Friesland, daar zeilen
ze met schuitjes, dat noemen
ze skûtsjesilen. Ben ik van een kassahokje afgesprongen, heb
ik mijn poot gekneusd en mijn enkelbanden gescheurd. Mooi klote want ik sta het hele jaar op de planken. Niet alleen in Nederland hoor, ik moet ook nog naar België en zelfs naar Swahililand in Afrika. Dat kan ik niet afzeggen, dat kost me klauwen met geld.’

Danny heeft succes, getuige ook zijn grote villa in Torremolinos, volgestouwd met meubels en woonaccessoires die blinken als een keutel in de maneschijn. Tja, Panadero zou probleemloos dertien uitzendingen van ‘Tussen Kunst en Kitsch’ kunnen vullen. Echt of namaak, zeg het maar. Het maakt hem weinig uit, het Amsterdamse lefgozertje geniet van het goede leven. Dat is hem gegund want er zijn ook andere tijden geweest. In de jaren ‘80 zorgde Panadero voor een ware comeback van de oud-Hollandse smartlap en scoorde hit na hit. Het succes werd hem echter teveel en de ‘blonde god met de stem van een engel’ raakte zwaar aan de drank en belandde uiteindelijk in de goot.

Al snel verdween zijn naam in de grijze mist van de geschiedenis. Verwilderd en verdwaasd kwijnde hij weg, maar in Leeuwarden vond Panadero de weg terug. In 2002 stond hij voor het eerst weer op de planken, bibberend van de zenuwen, voor de dames van de hockeyclub. ‘Dat was het begin van een frisse start. Vanaf dat moment ben ik weer in mezelf gaan geloven. Nu ben ik weer helemaal terug.
Ik heb veel aan Leeuwarden te danken en werk zelfs met mensen uit de Friese hoofdstad. Robert Dorn is mijn vaste geluidsman en ken je Erik Roelofse en Thales de Roo? Dat zijn twee muzikanten, fantastische blazers, die ik regelmatig inhuur. Ze zijn ook te horen op mijn grootste hit ‘Fuk Joe’. Die ken je toch wel? Ik heb een hit omdat er Fuk Joe inzit…’
Natuurlijk kennen we het nummer, maar Panadero wacht het antwoord niet af: hij zit op z’n praatstoel en ratelt aan een stuk door over z’n successen en geweldige hits. Het WK nummer ‘Oranje Olé’,
de voetbalmeezinger ‘Goal’, de foute kerstsingle ‘Kerst mis met jou’, ‘Hieperdepiep ik heb een poliep’, zijn après-ski hit ‘Skiejuh’ en ook het feestnummer ‘Danny’s Autopaleis’ passeren de revue.

Naast ‘Fuk Joe’ kennen we ook het feestnummer ‘Danny’s Autopaleis’, maar er gaan verhalen rond dat dat nummer niet zo’n hit was als Danny zelf beweerd. Het blijkt dat de supporters van FC Groningen Panadero massaal uitjoelden toen hij het nummer zong op de middenstip van het stadion. ‘Klopt. Een sponsor had me toen gevraagd. Zelf twijfelde ik of het wel een goed idee was. Dat zei
ik ook tegen die PR-man, maar weet
je, bij FC Groningen zijn ze 110% anti-Ajax en als ik daar met mijn Amsterdams accent ga zingen, zijn ze gelijk over de rooie. Dat werkt als een lap op een stier. Daar hebben ze liever Pé Daalemmer & Rooie Rinus.’

Gelukkig gaat het elders beter. Waar Panadero ook komt, altijd per helikopter, trekt hij volle zalen. De zanger heeft gevoel voor entertainment en weet het publiek goed te raken met zijn eigen repertoire en onvervalste meezingers. De zaal gaat plat, dat kan niet missen, maar soms is het publiek zo enthousiast, dat Danny zelf ook plat gaat… ‘Je hebt van die mafkezen die proberen je een barkruk door je strot te duwen of smijten met bier. Daar zit ik niet op te wachten. Ik wil van elk optreden een feestje maken, geen rotzooi.’

Inmiddels is het alweer een tijdje geleden dat Danny een hit scoorde. Er waren plannen voor een EK-nummer maar helaas zat dat er niet in omdat Oranje het af liet weten. Wat nu? ‘Ik ben met een carnavalskraker bezig. Daar heb ik een goed gevoel over. Ik moet nog even
de juiste snaar weten te raken, maar het komt goed. Ik voel weer een hit aankomen’, lacht
de zanger om vervolgens het zoveelste flesje Bavaria in z’n keel leeg te gieten. ‘Ik ben niet zo’n drinker, maar ik heb natuurlijk mijn sponsorverplichtingen’, verontschuldigd Danny zich. ‘Maak je ook foto’s? Moeten we even wat in scène zetten hoor…’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *